Paarse Dovenetel (Lamium purpureum)
Vindplaats: Laarder Eng, 6 april 2015. Eind Engweg, Laren, in de berm, onder bomen
Vindplaats google maps
Bloeiwijze: De bloemen zitten in een zg. schijnkrans, de karakteristieke bloeiwijze van een Lipbloemige. De bloemen lijken in een krans staan, maar staan in feite in twee tegenoverstaande, gevorkte bijschermen in de oksels van tegenoverstaande bladeren (zie figuur). In dit symmetrische, meerassige vertakkingstelsel komen de bloemen in een bepaalde volgorde in bloei. De oudste bloem zit in het midden. De plant bezit een aantal van deze schijnkransen. De schutbladen van de onderste schijnkransen zijn duidelijk gesteeld. De helmknoppen vallen op door de oranje pollen. De bloemen produceren nectar en trekken daarmee insecten aan die voor de bestuiving zorgen. De nootjes dragen een zogenaamd mierenbroodje, een oliehoudend aanhangsel. Deze nootjes worden door mieren versleept en zo verspreid.
Dovenetels
Onder de dovenetels neemt de eenjarige Paarse dovenetel, Lamium purpureum, een aparte plaats in. Niet alleen is de soort eenjarig en maakt derhalve zijn hele levenscyclus binnen een korte periode helemaal af, ze is ook tijdens zachte winters vaak bloeiend te vinden in akkerranden en langs stoepranden. De kleine paarse lipbloemen vallen dan op en ook de paars aangelopen bladeren. De vaak nietige planten zijn daardoor toch een opmerkelijke verschijning in ons leefmilieu.
Kenmerken
De Paarse dovenetel, Lamium purpureum, is een eenjarig akkeronkruid. Het plantje wordt niet groter dan 10 tot 30 cm en bloeit van maart tot oktober. Het kiemt het hele jaar door. Dat heeft tot gevolg dat je zelfs tijdens zachte winters bloeiende Paarse dovenetels kunt vinden.
De kruisgewijs tegenover elkaar staande bladeren zijn regelmatig gekarteld. De onderste stengelbladeren zijn eirond tot driehoekig. De hogere stengelbladeren zijn langer dan breed, eirond of ruitvormig. Deze bovenste bladeren zijn vaak paarsig aangelopen, wat de kleur van het bloeiend gedeelte versterkt. De stengel is vierkant op doorsnede.
De Paarse dovenetel is een akkerplant en houdt van een bodem die bewerkt of waarin gerommeld wordt, zoals in moestuinen en op erven. Je vindt hem ook in bewerkte bermen en op kaal getrapte grond. Vind je een grote populatie dan kun je ervan uitgaan dat er een te intensief bodemgebruik plaatsvindt. Hij komt ook in de duinen voor, op dijken en onder hakhout, maar ook langs stoepranden. De foto hieronder is door mij gemaakt in de duinen bij Wijk aan Zee op 5 april 2015.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten